SCHOONREWOERD - Het bleef maar met bakken uit de lucht vallen, in de vroege lente van dit jaar. Met als gevolg: 'broedsels' van ooievaars mislukten massaal. Maar niet overal. In Schoonrewoerd werden deze week - traditiegetrouw - jonkies van ooievaars geringd. "Is haar moeder nummertje 158? Die is al in Marokko geweest. Mooi, man."
Met uiterste precisie rekt Arie Versluis zich uit. Vanuit het bakje van de brandweer-hoogwerker pakt hij binnen een paar tellen kleine ooievaars uit hun nest. Zó de grote boodschappentas in. "Moeders vindt dit natuurlijk niks, maar het is voor het goede doel zullen we maar zeggen. We brengen ze straks weer netjes terug."
Ring-festijn
Het kon weer: het jaarlijkse ring-festijn in Schoonrewoerd. Uiteraard, in heel Nederland zijn ze daar deze weken mee bezig, maar er zijn niet veel plekken waar ze meer van ooievaars houden dan in dat kleine dorpje in Vijfheerenlanden. Althans, dat denkt Arie, van de Natuur- en Vogelwacht. "Ja, we hebben er niet voor niets 24/7 een webcam op staan, hè? Die statige beesten moeten we goed in de gaten houden."
En zo brengt hij ze - in boodschappentas en al - naar beneden. Daar staat Engbert van Oort al op hem te wachten. Hij is erkend 'ringer' van STORK (Stichting Ooievaars Research en Knowhow). Voor wie niet alles van ooievaars afweet, een snelcursus ringen: "Kijk, zo doen we - hup - een ring om z'n pootje. Niet te zwaar ding, want ze gaan er minimaal een kilometer of 6.000 mee vliegen naar Afrika. Waarom we dat doen is vrij simpel: het is echt een schat voor de wetenschap. We geven ze een identiteit. Zo houden we in de gaten waar ze heen gaan, hoeveel kleintjes ze krijgen, hoe oud ze worden én waar ze zich uiteindelijk vestigen."
Broodje aap?
Hij was vorige eeuw eigenlijk al bijna uitgestorven verklaard, die wit-zwarte statige vogel met rode snavel. De jaren zestig vormden het dieptepunt voor de ooievaar. Door gebruik van zware pesticiden werden weilanden, zo zegt STORK, "zo goed als dood gemaakt". En dus hadden vogels zoals de ooievaar geen lekker plekje meer om kleine insecten te kunnen eten.
Heel anders is het nu, zestig jaar later. Het gaat namelijk weer goed met de ooievaar. Zo goed zelfs, dat sommige dierenliefhebbers zich een beetje zorgen maken of de ooievaars niet te veel weidevogels in hun bek nemen. Al is dat volgens Van Oort een broodje-aapverhaal. "Het is helemaal geen jager. Het liefst eten ze een lekker wormpje, dus er is echt niks om je zorgen om te maken."
Verrekijker
Ondertussen zit ooievaar-fan Petra uit Vianen samen met haar moeder op de eerste rij, bij dat ooievaarsnest. Gewapend met grote camera en verrekijker, welteverstaan. "Wat een prachtbeesten zijn het toch", glundert ze. "We komen hier vaker, hoor. Even kijken bij de kleintjes, zeggen we dan. Laatst maakte ik een foto dat ze allemaal nét hun koppie boven het nest uitstaken. Nou, dat is dan een geluksfoto. Héérlijk vinden we dat."
In samenwerking met mediapartner RTV Utrecht I Roos van Bijnen
© Stichting Publieke Omroep Buren, Culemborg, Vijfheerenlanden en West Betuwe (1983-2024)