VIJFHEERENLANDEN - Bankjes die begroeid raken, hondenuitlaatvelden waar het groen tot je knieën staat… Veel inwoners van de gemeente Vijfheerenlanden klagen over het groenbeheer. “Ik snap dat het goed is voor de biodiversiteit, maar het houdt toch een keer op?”
 
In Facebookgroepen wemelt het van de geïrriteerde reacties. “In Leerdam-West is het net een jungle”, schrijft iemand. “Op sommige plekken staat het onkruid wel 50 centimeter hoog.”

Groeizaam weer
Inwoners van Vijfheerenlanden zeggen veel meer onkruid te zien dan andere jaren. En dat is ook deels logisch, geeft de gemeente aan. “Doordat het de laatste tijd zulk vochtig en groeizaam weer was, was de groei van het gras eigenlijk niet bij te benen.”

En daarnaast: de gemeente gebruikt geen chemische middelen meer voor de bestrijding. “Daarom zie je misschien meer onkruid op en langs wegen en paden dan je gewend bent”, aldus een woordvoerder. “We beheersen onkruid nu juist met heet water of infrarood, waardoor planten uitdrogen en vervolgens gemakkelijk te verwijderen zijn.”

Oog voor planten en dieren
Ook belangrijk, zegt de woordvoerder, is het maaien met oog voor planten en dieren. “Daarom laten we gras en planten lang waar dat kan. Bijvoorbeeld rond een boomstam, anders beschadigt de boom. Het gras opruimen na het maaien doen we ook pas na 10 dagen; dit geeft kleine diertjes de tijd om een ander plekje te zoeken.”

Toch loopt het volgens sommige inwoners te erg uit de hand. In Kedichem, het zuidelijkste puntje van de provincie, ziet inwoonster Melissa Bovens hagen in haar straat volledig overwoekerd raken met onkruid. “Dit jaar is de gemeente nog maar één keer langs geweest. Dat zie je nu terug: onkruid heeft daardoor enorm de kans gekregen om te gaan groeien.”

Bovens en haar buren besloten daarom zelf maar de schoffel te pakken. “We zijn zelf het onkruid er maar uit gaan trekken. Het kan, maar we zouden het fijn vinden als de gemeente meer geld uittrekt voor vaker onderhoud. En dat ze lokale ondernemers inschakelen die écht verstand van zaken hebben.”

Hondenpoep
Ook in Meerkerk zou er meer gedaan moeten worden, zegt een inwoner die liever anoniem wil blijven. Hij wijst naar het welbekende hondenpad in zijn woonplaats. “Dat is een weg waar inwoners hun honden kunnen uitlaten, zodat er minder poep op de stoepen is te vinden. Maar nu de bermen niet worden gemaaid, is het zo hoog gegroeid dat zelfs de honden daar hun behoefte niet meer kunnen doen.”

Veel van de gesproken inwoners zeggen zeker te begrijpen dat veel groen beter is voor de biodiversiteit. Al stellen ze wel: wanneer is het genoeg? En daarop komt geen eenduidig antwoord, vertelt Sjoerd Luiten van NL Zoemt, het project van IVN Natuureducatie dat in actie komt voor de wilde bij. “Onkruid is en blijft een subjectieve term. Veel mensen zien onkruid als groen dat op een plek staat waar ze het liever niet zouden zien. Terwijl een brandnetel bijvoorbeeld een plant is die juist veel vlinders aantrekt. En die vinden mensen dan wél weer mooi. Dat is het dubbele.”
 
Als een gemeente haar groen te vaak zou maaien, zegt Luiten, krijgen planten niet de kans om te groeien. “En dat is weer niet goed voor de biodiversiteit. Alles houdt met elkaar samen: hoe meer groen er is, hoe meer insecten eropaf komen die vervolgens weer voedsel zijn voor andere soorten. En zo gaat de keten nog wel een tijdje verder.”
 
Niet te vaak maaien
In het geval van Vijfheerenlanden juicht hij het beleid van niet te vaak maaien daarom alleen maar toe. Al plaatst hij wel één kanttekening. “Het is slim als je echt goed in kaart brengt waar je de natuur gemakkelijker zijn gang kan laten gaan dan op een andere plek. Zorg ervoor dat hondenweides bijvoorbeeld redelijk kort blijven, evenals kruispunten die anders gevaarlijk zouden worden.”
 
De gemeente moedigt inwoners aan om door te geven waar het beter kan. “Dat kan via onze social media of via de melding openbare ruimte op onze website. Alleen met elkaar kunnen we het onkruid tegengaan.”


Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met RTV Utrecht.

Deel dit artikel op Facebook: