
LEERDAM - Holland is een echt molenland. In Nederland staan circa 1.200 molens. In het uitzendgebied van SRC staan er vijfentwintig. In deze serie artikelen nemen we u mee op reis langs deze bijzondere bouwwerken. In deze editie aflevering 4: ‘’Ter Leede” in Leerdam.
Op één van de zonnigste dagen van deze winter vangt de molen de zonnestralen van de namiddag op. Desondanks staat hij er een beetje triest bij. Hij ligt ingeklemd tussen stad en industrie. Hondenuitlaters laten honden er hun behoeften doen. Dat geeft hoop, maar met een donkerbruin vermoeden dat deze van de verkeerde soort is. Deskundigen zijn het erover eens dat de landschappelijke waarde gering is door de omringende begroeiing en de nabijheid van de glasfabriek.
Wipmolen
De molen Ter Leede is een wipmolen. Het bouwjaar is onbekend. De huidige functie is die van poldermolen. De molen heeft tot 1940 samen met een tweede molen de polder Bruinsdel en Hoog-Leerbroek bemalen. Toen in dat jaar de bovenas van de molen die de eerste trap bemaalde brak, dreigde sloop voor beide molens. De glasfabriek echter kocht de molen die wij nu onder de naam ‘Ter Leede’ kennen, waardoor deze behouden bleef.
Restauraties
In 1982 kocht de gemeente Leerdam de molen van de glasfabriek om hem te herstellen. In 1984 en in 2006 is de molen Ter Leede gerestaureerd. Bij de voltooiing van de restauratie van 1985 kreeg de molen zijn huidige naam. De molen, die sinds 1985 eigendom is van de SIMAV, is op zaterdagen van 13.00 tot 16.00 uur te bezoeken. Buiten deze tijden uitsluitend op afspraak.
Actief
De molen is nog steeds actief. In het topjaar 2019 haalde ‘Ter Leede’ 214.718 omwentelingen. Vorig jaar was dat aantal 136.905. De romp van ‘Ter Leede’ is gedekt met gepotdekselde planken. De kap is gedekt met hout. De voorzijde in visgraatverband. De kap is geheel geteerd. De vlucht van de wieken bedraagt 25.6 meter. De vorm van de wieken is Oudhollands. De molen heeft nooit een wiekverbetering gekregen.
Geschiedenis
De bemaling van de polder Bruinsdel en Hoog-Leerbroek werd eeuwenlang verricht door een achter- en een voormolen. In veel andere regio’s noemt men deze onder- en bovenmolen. In 1920 werden plannen gemaakt om deze molen op een drie meter hoge onderbouw te plaatsen, maar die zijn nooit uitgevoerd. Wel werd het onderwiel vergroot en de overbrengingsverhouding veranderd voor een hoger rendement. Daartoe werd het 6 meter grote scheprad enkele centimeters lager geplaatst om het water tot een hoogte van 1.50 meter te kunnen opvoeren.
Dreigende sloop afgewend
Toen in 1940 de bovenas van de Achtermolen tijdens het malen brak en besloten werd die molen niet meer te herstellen, kwam daarmee ook de Voormolen buiten gebruik. Een dreigende sloop werd voorkomen doordat de dichtbij de molen gelegen glasfabriek deze vervolgens als monument aankocht. Om verder verval tegen te gaan kocht de gemeente Leerdam in 1982 de molen van de glasfabriek.
Grondige revisie
In 1984 werd een uniek restauratieproject door een aantal werklozen onder leiding van een molenmaker en een metselaar gestart. Het kwam neer op een zeer grondige revisie van vrijwel alles rond deze molen. Vervolgens heeft de gemeente de herstelde molen voor het symbolische bedrag van toen nog één gulden (fl. 1,-) overgedragen aan de regionale Molenstichting SIMAV. Daarna is de molen feestelijk opnieuw in bedrijf gesteld.
Heringebruikname
In 2006 onderging de molen opnieuw een flinke restauratie: een gescheurde middenzomer werd vervangen, evenals het gehele front van het bovenhuis. Diverse balken werden hersteld met kunsthars en tenslotte kreeg het onderwiel een nieuwe velg en gangkammen. Op 14 juni 2007 was de feestelijke heringebruikname van ‘Ter Leede’ een feit.
Uniek in de regio
De ondertoren is gedekt met zwart geteerde horizontaal gepotdekselde planken. ‘Ter Leede’ is daarmee uniek, want daarmee de enig overgeblevene van deze soort in deze regio. Deze wijze van bedekking heeft te maken met de zeer grillige waterstanden van de Linge: soms stonden landerijen en ook molens enige tijd onder water en dan was een rieten bedekking nadelig omdat die snel kon verrotten. De meeste molens langs de Linge waren om diezelfde reden dan ook niet bewoond.
Over de naam
De molen kreeg in 1985 officieel de naam ‘Ter Leede’, maar in feite is dit een afgeleide van een benaming die al in gebruik was. Op een kadastrale kaart van 1832 wordt de aanduiding "Terleedsche Voorwatermolen" gebruikt. Het jaar 1952 herinnert aan de overname van de molen door de glasfabriek. De daarboven voorkomende letters zijn de initialen van H.A.P. Pijnacker, toenmalig directeur van deze onderneming. De betekenis van de overige inscripties is niet bekend.
© Stichting Publieke Omroep Buren, Culemborg, Vijfheerenlanden en West Betuwe (1983-2023)