NEERIJNEN - Ontdaan. Dat was ik toen ‘t bericht van het overlijden van Jozef van den Berg mij bereikte. Mijn band met de ‘beroemdste poppenspeler van de wereld’ begon in 1991 op m’n vijfentwintigste. Zijn verhaal dat hij door God was geroepen om in de fietsenstalling van het gemeentehuis van de toenmalige gemeente Neerijnen te gaan wonen fascineerde mij mateloos.
Intrigerend. Zijn lef en vertrouwen om het roer compleet om te gooien en zijn leven in de handen van God te leggen vond ik bewonderenswaardig. Als ik in Neerijnen kwam om hard te lopen, te wandelen of te fietsen, dan maakte ik altijd een praatje met hem. In de beginperiode van onze contacten - toen hij net in zijn huisje onder de kweeperenboom zat - was ik nog wat schuchter, want ik voelde toch ook angst voor het onbekende en een groot ontzag voor deze bijzondere man en zijn speciale missie.
Vreedzaam. De vreedzaamheid van Jozef voelde ik iedere keer als ik met hem in contact was. Tientallen keren ben ik bij hem op bezoek geweest. En als hij dan kwam aanlopen of -fietsen in zijn bedaarde tempo en gekleed in zijn bruine monnikspij, dan wist ik dat het een goed gesprek ging worden. Hij sprak bedachtzaam over zijn geloof. Tijdens een paar donkere perioden in mijn leven heb ik daar steun aan gehad. Dat geldt ook voor een jonge vrouw die op de herdenkingsbijeenkomst voor Jozef op dinsdagmiddag 17-10-2023 aanwezig was. Met tranen in haar ogen vertelde ze tegen een andere bezoekster dat ze heel veel aan de gesprekken met hem heeft gehad. “Dat heeft me echt door een paar moeilijke fases in mijn leven heen geholpen.”
Kluizenaar. Even rechtzetten. Bijna alle media plakten dit etiketje de afgelopen week op Jozef. Onterecht vind ik. Een kluizenaar is een religieuze man of vrouw die in afzondering leeft in een kluizenarij of hermitage, buiten de bewoonde wereld. Daarmee doen ze Jozef te kort. Veel te kort. Dat is ook de mening van Kees Ederveen uit Hellouw. Hij komt vanwege de ‘heerlijke sfeer’ vaak in het kasteelpark rond Neerijnen. “Ik vond het een bijzondere man. Hij had altijd bezoek, dus hoe kunnen ze hem nu een kluizenaar noemen?”
Jozef woonde in het dorp Neerijnen en nam deel aan tal van plaatselijke activiteiten. De voorzitter van de Stichting Kasteeltuin Neerijnen, Bert Vos, herinnert zich Jozef als één van ‘zijn’ vrijwilligers. “Hij had een paar vaste taken en die voerde hij heel nauwgezet uit. Hij zorgde onder andere voor de kippen. Als deze kuikentjes hadden, dan kregen die voer, een hok en alle andere verzorging die nodig was van hem. Ook was hij degene die op de zaterdagochtenden het groenafval uit de tuin fijnmaalde met een speciale machine.” In de winter ging hij vroeg naar de schuur om de kachel aan te maken en om alles klaar te zetten voor de andere vrijwilligers. “Jozef had gewoon mensen om zich heen nodig. Hij ging nooit mee met dagjes uit met de vrijwilligers. Hij bleef dan in het dorp en wij haalden hem op om het laatste gedeelte mee te maken in Het Stroomhuis, want hij ging Neerijnen nooit uit.”
Eén van de laatste keren dat hij buiten de deur heeft gegeten is naar alle waarschijnlijkheid tijdens het afgelopen voorjaar geweest. Hij was met Hongaarse gasten in het Veerhuis. Veerman Henry Mentink vertelt dat Jozefs gasten ooit eerder daar hadden geslapen en dat een logeerpartij op dat moment niet door zou gaan. “Toen is hij toch Neerijnen uitgegaan en naar Varik gekomen om hier te dineren als een soort compensatie.” Henry herinnert zich mooie gesprekken met Jozef. “Ik kende hem dertig jaar. Ik vond het een interessant mens. Het was altijd boeiend om met hem te praten en zijn verhaal over z’n roeping te horen. Ik heb hem een keer mijn UNO-box laten zien. Dat is een uitnodiging om op een verbindende manier naar dingen te kijken. Mijn definitie van God of een opperwezen is: ‘God is het allesomvattende dat alles maakt’. Vanuit die intentie hebben we toen met elkaar over ‘t geloof en geloven gepraat.”
Onderdak. Naast het spirituele onderdak bij ‘Onze Lieve Heer’ heeft Jozef bijna dertig jaar volgemaakt in zijn huisje in de tuin van de familie Hazelhoff. Mevrouw Ank Hazelhoff vertelt dat hij ‘aardig wat’ heeft betekend voor Neerijnen. “Hij kwam bij heel veel mensen en heel veel mensen kwamen bij hem. Het is hier tenslotte een klein dorp. Hij zorgde ook voor de planten van mensen als zij op vakantie waren. Wat dat betreft was hij een echte dorpsbewoner. Hij hielp ons ook mee in onze tuin.” Jozef had prostaatkanker en ging daarvoor naar het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. “Het was operabel. Een aantal weken geleden is hij met een paar Grieken meegegaan naar Griekenland. Ze zouden het daar verder bekijken. Hij had vooral veel pijn aan zijn been. Hij is in zijn slaap overleden en als monnik begraven. Dat vind ik een mooie dood. We hebben aan Jozef een heel goeie buurman gehad.”
Vriendschap. Getuige de vele bossen bloemen, kaarsen en waxinelichtjes die bij zijn huisje zijn neergelegd na zijn overlijden is dat wat veel mensen voor Jozef voelden. Dat geldt ook voor natuurgids en troubadour Kasper Heineke. “Ik kende Jozef al ruim veertig jaar. Ik bezocht hem vanaf de tijd dat hij in het fietsenhok bivakkeerde. Daarvoor ging ik met mijn kinderen naar zijn theatervoorstellingen in de Tielse Agnietenhof.” Vooral in het begin van Jozefs periode in Neerijnen had Heineke intensief contact met hem. “We hadden altijd levendige gesprekken over het geloof en we respecteerden elkaars opvattingen daarin.” Jozef is in de beleving van de troubadour toch heel onverwacht overleden. “Hij was een figuur die er altijd was, ook omdat hij op een gegeven moment besloten had om alleen in Neerijnen te willen zijn. Altijd als ik langsfietste of met de auto door Neerijnen kwam, dacht ik aan hem. Ik vind het zout en ben nog vol ongeloof. Zonder afscheid voelt het heel onaf.”
Leegte. Dat is wat Jozef - zoals ik het beleef - achterlaat. Hij verschijnt nooit meer op zijn Jozefs. Wat was dat dan? Hij leefde op een heel originele, volstrekt eigenzinnige en vooruit: eigengereide manier zijn leven. Hij stelde dat in dienst van God. Sommigen – onder wie ex-collega Hans Dorrestijn – vonden dat hij de weg kwijt was. Ik geloofde Jozef. Dat zegt wat over mij. Zijn minzame glimlach om zijn mond als ik hem vertelde hoe ik mijn geloof beleefde en daar diverse stromingen uit de wereldreligies bijhaalde. Hij ging altijd gewoon door met waar hij in geloofde en wat hij uitdroeg als zijn roeping. Leven in dienst van God. Hij was ook nooit tegen een andere manier van geloofsbeleving. Hij liep zijn pad en was daarmee een voorbeeld voor velen van ons om ook ons pad te vinden en dit te blijven lopen. Jozef: dank voor alles en rust zacht.