BUREN - Het college van de gemeente Buren moet de verleende omgevingsvergunning voor de aanleg van een boomgaard in Ingen beter onderbouwen. Dat is de uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorzieningen van de Stichting Milieuwerkgroep Buren.
De omgevingsvergunning werd door het college verleend aan een bedrijf voor de aanleg van een biologische peren- en appelboomgaard op een perceel in Ingen. De Stichting Milieuwerkgroep Buren maakte bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning bij de rechter om het besluit te schorsen. Het college heeft volgens de rechter onvoldoende duidelijk gemaakt welke constructie gaat worden gebruikt en of daar een vergunningsplicht voor geldt. Verder heeft het college onvoldoende onderbouwd dat een aanvaardbaar woon- en leefmilieu bij omliggende gevoelige bestemmingen is gewaarborgd.
Honderden betonpalen Volgens de stichting blijkt uit de omgevingsvergunning dat het bedrijf voor de aanleg van de boomgaard honderden betonpalen wil gebruiken, die ongeveer 50 centimeter de grond in gaan, 2,5 meter hoog worden en ook onderling met elkaar verbonden worden met draden. Deze palen met draad moeten volgens de stichting worden beschouwd als bouwwerk.
Bij het college is niet bekend om welke constructie het precies gaat, maar het college beschouwt dit als onderdeel van de aan te leggen boomgaard. De rechter vindt dat er onvoldoende duidelijk is geworden welke constructie er gebruikt gaat worden. Op dit moment is er daarom niet te beoordelen of er een vergunningplicht geldt.
Geen afwijkingsmogelijkheden In de verleende omgevingsvergunning staat vermeld dat de locatie van de nieuw aan te leggen biologische boomgaard zich bevindt binnen 50 meter ten opzichte van gevoelige bestemmingen. De voorzieningenrechter stelt vast dat in het bestemmingsplan geen afwijkingsmogelijkheden met betrekking tot de spuitzone van 50 meter zijn opgenomen, ook niet voor bedrijven met een SKAL-certificaat. Dat is een certificaat dat je nodig hebt om een biologisch bedrijf op te zetten.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de aanleg van de boomgaard alleen toegestaan als, door middel van onderzoek, is aangetoond dat een aanvaardbaar woon- en leefmilieu bij de omliggende gevoelige bestemmingen wordt gewaarborgd. Het college onderbouwde dit onvoldoende.
De uitspraak van de voorzieningenrechter betekent dat het college opnieuw naar de verleende vergunning moet kijken.