CULEMBORG - Het te ontwikkelen gebied rondom het station heeft inmiddels een naam: Stationskwartier. Aan de oostkant van het station komen ook nog woningbouwprojecten en in en rondom de wijk Eva Lanxmeer staat ook het nodige op stapel. Daarnaast zijn er plannen voor 45 woningen op de locatie van voormalig tuincentrum ‘van der Hurk’ en zijn er particuliere projecten die woningruimte opleveren. Wethouder Monica Wichgers: “We hebben 3.000 woningen nodig om Culemborg vitaal te houden.”
Culemborg heeft een WoningBouwImpuls Subsidie ontvangen. De gebieden waar deze subsidie voor ingezet kan worden zijn slim gekozen zodat aan de voorwaarden voldaan kan worden. “Daarin staat dat er binnen drie jaar een start met de bouw gemaakt moet worden. Dat lukt door bijvoorbeeld de verbouw van Panta Rei, en de bouw van de Werfterp, de Driehoek en de Houtvijver. Voor de ontwikkeling van het Stationskwartier is inmiddels een masterplan vastgesteld.”
We laten aan subsidieverstrekkers zien dat we constructief bezig zijn
Constructief bezigMet deze vier eerstgenoemde projecten is de Lekstad al wat verder gevorderd. “Hiermee laten we aan subsidieverstrekkers zien dat we er constructief mee bezig zijn. Dit moest binnen drie jaar concrete vormen aannemen.” Op dit moment is er een masterplan vastgesteld. “Dit vormt de ruimtelijke vertaling van de kaders die we hebben meegekregen vanuit de structuurvisie.” Het Stationskwartier is een complexe gebiedsontwikkeling die de maat van Culemborg eigenlijk overstijgt. De projecten lijken langzaam te gaan. “Sinds de start van de ontwikkeling is er een groot vraagstuk bijgekomen door netcongestie. We grijpen dat vraagstuk aan door te bouwen met minder impact op het energienet. Daarbij gaan we uit van zoveel mogelijk lokaal opgewekte elektriciteit. In ieder geval door zonnepanelen en geothermie maar misschien ook nog wel door windenergie of bijvoorbeeld restwarmte uit het riool.”
Ondergrondse buffersDe energie die ze in het Stationskwartier gaan opwekken wordt opgeslagen in ondergrondse buffers. “We onderzoeken of het technisch mogelijk om ook de deelauto’s te gebruiken als opslag voor energie waarbij de batterij van de auto die energie die niet gebruikt wordt weer terug kan leveren. We kiezen voor een autoluwe wijk, dat kan ook zo dicht bij het station. Auto’s parkeren in parkeerhubs waar ook deelmobiliteit aanwezig is.” Die parkeerhubs krijgen meerdere functies in de plint, bijvoorbeeld een apotheek of een kinderdagverblijf. Voor de openbare ruimte is het uitgangspunt ‘groen tenzij’. Dit houdt in dat straten en pleinen zo groen mogelijk ingericht worden. “Al deze uitgangspunten moeten nu vertaald worden in een omgevingsplan en in kaders voor ontwikkelaars.”
In gebiedsontwikkeling werken we van grof naar fijn
Hoge verwachtingen temperenOm te waarschuwen voor het koesteren van al te hoge verwachtingen zegt de wethouder dat het minimaal vijftien jaar duurt voor een nieuwe wijk helemaal ‘klaar’ is. “Dus we zijn veel aanloopinvesteringen aan het doen. We maken een tussenstop in de aanloop naar de bouw van de huizen. We denken na over een tunnel onder het spoor en over de eerste deelgebieden. Bovendien hebben we er nog een klus aan om een aantal bedrijven te verplaatsen. In gebiedsontwikkeling werken we van grof naar fijn. Dit is nodig om de energiehuishouding goed uit te kristalliseren voor de ontwikkelaars. Landelijk speelt er ook meer op het vlak van dit soort initiatieven. Bijvoorbeeld in Almere en Nagele. Daar leren we heel veel van en daar ontstaan mooie samenwerkingen door.”
Procederen dient meestal geen enkel belangIn plan ‘De Hurk’ staan 45 woningen gepland. Een mix van levensloopbestendige huizen en huur. “Dit plan ligt nu ter inzage voor beroep bij de Raad van State. Wat mij betreft zou dat ‘geprocedeer’ aan de voorkant meer op haalbaarheid te toetsen moeten zijn. Slechts enkele ingediende beroepen halen het en dat geeft alleen maar onnodige vertraging, terwijl de woningnood bijzonder hoog is.” De Werfterp is een Inbreiding in de wijk Eva Lanxmeer waar eengezinswoningen en twee-onder-eenkappers komen. Daarnaast staat er een inbreidingsproject in de Jan van Riebeeckstraat op de rol. “Dit is een vorm van collectieve particuliere ontwikkeling, een CPO. Dit draait vaak uit op langdurige processen, omdat het meestal ingewikkeld is voor particulieren om te bouwen. Ontwikkelen is een vak en particulieren willen dit vaak om te kunnen bouwen met een kleiner budget.” Bovendien vraagt het veel ambtelijke capaciteit, vult Wichgers aan. “Ik wil de CPO projecten die we tot nu toe hebben uitgevoerd evalueren. De vraag is wat we hier voor randvoorwaarden aan kunnen stellen. We moeten door met het lenigen van de woningnood en meteen het algemeen belang niet te kort doen. Hier staan we overigens op het punt om een anterieure overeenkomst te gaan sluiten.”
Waarschijnlijk over een jaar of vier gaan we de eerste paal slaan
Schop in de grondWanneer de schop daadwerkelijk de grond in gaat voor de ontwikkeling van het Stationskwartier is nog onduidelijk. “Snel werken zou ik fantastisch vinden, maar het is en blijft ingewikkeld. Waarschijnlijk over een jaar of vier gaan we de eerste paal slaan.” Ondertussen is Culemborg bezig om in samenwerking met woningbouwvereniging Kleurrijk Wonen 31 huurwoningen te realiseren in een te transformeren kantoorpand in de Venusstraat. “Ook zijn er in het buitengebied particuliere initiatieven die woningen opleveren. Het zou in de binnenstad prettig zijn als we leegstaande winkelpanden in de aanloopstraten kunnen omvormen tot wooneenheden. Dat werpt echter vragen op hoe we de binnenstad leefbaar houden in verband met de daardoor toenemende parkeerdruk.”
3.000 woningen in 2040De wens van de wethouder is 3.000 woningen extra in de Lekstad in het jaar 2040. “Die zijn echt essentieel om onze stad leefbaar en vitaal te houden. En dus hebben we de stationsomgeving daarbij hard nodig.” Subsidies van het Rijk en de provincie Gelderland zijn inmiddels ontvangen. “Dit betreft een WBI, een Woning Bouw Impuls, om de onrendabele aanloop te dempen en om infrastructurele maatregelen te kunnen nemen om alle plannen ten uitvoer te brengen.” De wethouder vindt het aangenaam samenwerken met deze partijen die zich hierbij betrokken voelen. “Ze tonen zich echt een partner. Heel mooi om te ervaren dat de drietrapsraket van Rijk, provincie en gemeente in de praktijk werkelijk mogelijk is.”