CULEMBORG - Het is 4 april 1973. Jan Hulsbergen is zeven jaar en woont in een dorpje in Overijssel. Samen met twee vriendjes loopt hij van school naar huis. Vanaf de overkant van de straat richt een klasgenoot een grote pijl en boog dreigend op hen. Jan wordt bang en loopt naar zijn zus, die aan het ramenlappen is. Ze stelt hen gerust en zegt dat haar broer niks doet. Ze lopen verder. Plotseling komt hij achter een boom vandaan. Hij zegt: “Ik schiet niet op Karel, niet op Freek, maar op Jan!” En hij schiet. Raak.
Zo begint het autobiografische verhaal van de debuterende Culemborgse schrijver Jan Hulsbergen met de titel
De pijl in mijn oog – Hoe ik mijn jeugdtrauma overwon. De pijl ging dwars door zijn pupil. Tussen zijn vriendjes in heeft Jan zich na dit voorval naar huis gesleept en daarna is hij razendsnel naar het ziekenhuis gebracht. De vraag die de schrijver zich stelt in dit boek is of het hem gelukt is om zijn jeugdtrauma te verwerken. “Ik wilde altijd al een boek schrijven en had tijdens mijn puberteit de ambitie om mensen in hun kracht te zetten.”
Meer dan je beperkingenMet
De pijl in mijn oog wil Hulsbergen aantonen hoe je naar oplossingen zoekt in de hoop dat mensen daar kracht uit putten. “Je bent meer dan je beperkingen,” stelt hij dan ook onomwonden. “Ik heb het gevoel dat dit mijn missie is. Ik heb het geschreven voor iedereen met een jeugdtrauma en voor iedereen die het lezen wil. Toentertijd was er geen hulp hiervoor. Ik ben benieuwd hoe de begeleiding nu is. Dat geldt voor de zorg, politie en het onderwijs.” Jan heeft gemerkt dat de traumatische gebeurtenis veel impact heeft gehad op het gezin waarin in hij opgroeide. Er ging veel aandacht naar hem uit. “Ik heb geleerd dat het belangrijk is dat niet alle aandacht uitgaat naar het slachtoffer,” blikt hij hierop terug. “Ik vond het ongezond dat mijn zussen minder aandacht kregen. Met name van onze moeder. Bij mij leidde dat tot overbescherming.”
Uiteindelijk ben ik een man geworden die reflecteert op zijn eigen gedrag en zijn rol in de wereld
SpanningsveldZijn vader wilde van Jan een stoere man maken. Dat leverde een spanningsveld op tussen zijn ouders. “Uiteindelijk ben ik een man geworden die reflecteert op zijn eigen gedrag en zijn rol in de wereld. Ik vind dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn.” Zijn moeder projecteerde haar angst op Jan. De angst dat er iets met zijn goede oog kon gebeuren. “Ik heb me tijdens de puberteit onzeker gevoeld. ‘Vinden mensen me wel leuk met een oogprothese?’ Ik moest in die periode leren hoe je daarmee omgaat. Mijn turnlerares, mevrouw Schrijver, heeft hier een cruciale rol in gespeeld. Zij zag dat ik lenig was en gaf me vertrouwen in wat ik wél kon. Dat was nieuw voor me.” Als kind verloor Jan zijn onbevangenheid. “De voortdurende voorzichtigheid kwam om de hoek kijken. Natuurlijk was ik in shock over het verlies van mijn oog. Ik moest evenwel door van mezelf. Mijn ouders moedigden me daarin ook wel aan. Ik wilde koste wat het kost naar de derde klas, dus op wilskracht. Tot ieders verbazing haalde ik een prachtig rapport om over te gaan.”
SchrijfprocesIn 2020 heeft Jan de dader gesproken. “Als kind kon hij de consequenties van zijn daad niet overzien.” Daarna heeft de Culemborgse schrijver er vier jaar over gedaan om het boek te schrijven. “Het was selecteren en schrappen, dus een proces waarin
kill your darlings centraal stond. Er staan ook vrolijke dingen in. Over kattenkwaad uithalen en bijzondere belevenissen tijdens turnwedstrijden.” De dood - letterlijk - in de ogen kijken heeft Jan doen beseffen dat je ‘moet’ genieten van de kleine dingen. “Die maken het leven mooi.” De Culemborgse auteur heeft in de aanloop naar het schrijven van
De pijl in mijn oog een masterclass spreken gedaan en hierin een professionele opleiding gevolgd. “Ik vertelde mijn verhaal in vijf tot acht minuten voor een muisstille zaal. Daar hoorde ik al: ‘Daar zit een boek in’. Dat is mijn basisverhaal gebleven en per organisatie stem ik dit verder af op het publiek.”
Ik kan andere mensen een hoopvolle boodschap meegeven
Diep dalOp zijn eenentwintigste ging Jan door een diep dal. Zijn hoop op dat hij ooit nog met twee ogen kon gaan zien vervloog. “Op mijn vijfentwintigste ben ik bij een psycholoog geweest en ergens na mijn dertigste bij een haptonoom. Zo heb ik mijn trauma leren omarmen. Door het schrijven van dit boek heb ik nog meer inzicht gekregen in hoe ik ben opgegroeid. Alle vermaningen en voorzichtigheid kwamen weer voorbij. Daardoor kan ik andere mensen een hoopvolle boodschap meegeven. Het leven is niet maakbaar, maar wel tot op zeker hoogte stuurbaar. Ik gun iedereen die een jeugdtrauma heeft opgelopen dat hij of zij het leven weer kleur kan geven.” Jan vindt het een zwaarwegende taak voor ouders om te blijven communiceren in gevallen waar trauma een rol speelt. “Iedereen op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Ga elkaar vooral niet lopen veroordelen.”
Aandacht voor het boekDe pijl in mijn oog heeft de aandacht weten te trekken van een aantal BN’ers, zoals: Fons van Westerloo, mediaondernemer, Tonnie landman, voorzitter van de Vereniging Oog in OOG, Angelique Janse, voorzitter van Noloc en zelfs prinses Laurentien. Zij schreef: ‘Dit is een aangrijpend en inspirerend verhaal over slachtofferschap en hoe daaruit te komen. Bij Jan wint het positieve van het negatieve ondanks alle tegenslag. Ik hoop dat dit boek anderen op weg kan helpen.’ De Culemborgse schrijver heeft inmiddels de smaak te pakken. “Er komt een tweede boek. Daar ben ik in gedachten al mee bezig. Misschien een combi van fictie en non-fictie. Ik ben er nog niet helemaal uit welke vorm ik daarvoor kies. Zoals ik er nu over denk wordt het een boek met inspirerende teksten.”