HELLOUW - Molens zijn een onmisbaar deel van het Nederlandse landschap en vervullen al eeuwen een belangrijke rol. Maar nu luidt de Molenstichting van het Rivierengebied de noodklok: de molens zijn duur in onderhoud. Veel molenaars krijgen het huishoudboekje niet meer rond. “Zonder molens was het hier nog een grote natte boel geweest."
Volgens Ton van Balken, penningmeester van de Gelderse Molenstichting Rivierengebied, is de bodem van de schatkist in zicht. Het onderhoud van de oude molens is zeer prijzig. Zo werd de Voorste molen van Hellouw in 2020 nog volledig gerestaureerd voor 165.000 euro. "Om alle molens goed te onderhouden hebben we ongeveer 15.000 euro per jaar per molen nodig. Dat krijgen we nu niet binnen, en het spaargeld begint op te raken."
De molens zijn van belang in het ingewikkelde ecosysteem van het Rivierengebied. De wipmolens, voorzien van een waterrad, houden het water in de sloten in beweging, wat goed is voor de biodiversiteit in het gebied.
Molens cruciaal voor Rivierengebied Volgens landschapshistoricus John Mulder waren de molens essentieel in de vorming van het Rivierengebied. Ze waren nodig om de voeten droog te houden en het gebied te ontdoen van het water uit de rivieren. “Zonder molens was het hier nog een grote natte boel geweest. Landbouw en bevolking in deze gebieden was alleen mogelijk omdat de molens het gebied droog konden leggen."
Meer geld nodig De molenstichting doet al langere tijd moeite om het probleem aan te kaarten. Zo vroeg voorzitter Loes van Ruijven de commissie middelen van het Waterschap Rivierengebied de jaarlijkse subsidie te verhogen van ongeveer 125 euro naar 1500 euro per molen.
Het Waterschap Rivierengebied laat in een schriftelijke reactie weten dat ze in maart met de molenstichting in gesprek gaat over de toekomst van de molens.