CULEMBORG - De dag van de Lintjesregen begint voor de meeste gedecoreerden zoals elke andere dag. En dat is precies de bedoeling. Want het mooiste aan een lintje? Dat is de verrassing. Achter de schermen gaat echter een wereld van zorgvuldige planning, stille betrokkenheid en creatieve smoezen schuil.
Neem het verhaal van Frelly Taberima, die vanochtend nietsvermoedend Buurtcentrum Bolderburen binnenstapte – zogenaamd voor een fotoshoot voor een folder. Tot burgemeester Jaco Geurts daar stond met een Koninklijke onderscheiding. Een zorgvuldig voorbereide verrassing, waar maandenlang in stilte aan gewerkt was.
"Een lintje is een diepe blijk van waardering voor wat iemand betekent voor de gemeenschap."
Een aanvraag begint vaak al een jaar van tevorenDe aanvraag begon ruim een jaar geleden. Ab Haring, vrijwilliger en programmacoördinator bij Bolderburen, was erbij betrokken. “Ik was niet de hoofdaanvrager, maar heb met plezier meegedacht en ondertekend,” vertelt hij. “Een lintje is een diepe blijk van waardering voor wat iemand betekent voor de gemeenschap. Toen de vraag kwam of ik wilde meedoen aan de aanvraag voor Frelly, heb ik geen moment getwijfeld.”
Wat volgt is een lang traject: brieven verzamelen, ondertekenaars zoeken, en uiteindelijk wachten op goedkeuring vanuit de Kanselarij. En als dat rond is, begint misschien wel het lastigste deel: het geheim houden.
“Je wilt het vieren, maar je mag niets laten merken. Dus dan moet je creatief worden.”
Een goed verhaal – en goed kunnen zwijgen“Je wilt het vieren, maar je mag niets laten merken. Dus dan moet je creatief worden,” zegt Ab. “In ons geval werd het dus een ‘fotoshoot voor een nieuwe folder’. Dat was geloofwaardig genoeg, en ze trapte er volledig in.”
Het lintje is voor velen het hoogtepunt van jaren onzichtbare inzet. Voor de betrokken aanvragers is het proces minstens zo bijzonder. “Het mooiste is het moment dat ze het echt niet aan zien komen. Die blik, dat ongeloof, die emotie – daar doe je het voor.” Of Ab Haring zelf ooit een lintje krijgt? Voor zijn inzet als vrijwilliger, nu en in het verleden, zou hij er misschien ook wel voor in aanmerking komen. Hij zegt het zelf met een glimlach: “Maar dan moet iemand het wel aan gaan vragen!”