NEDER-BETUWE - Ondanks landelijke onzekerheden over gemeentefinanciën blijft de gemeente Neder-Betuwe investeren in voorzieningen en worden de lokale lasten niet verhoogd. Dat bleek deze week bij de presentatie van de zogenaamde Kadernota 2026-2029 . Dankzij stevige reserves en een beperkt pakket aan bezuinigingen houdt het college de begroting op orde. Hoewel het zogeheten ‘ravijnjaar’ –het moment waarop gemeenten fors minder geld krijgen van het Rijk– verschoven is naar 2028/2029, blijft Neder-Betuwe niet bij de pakken neerzitten.
Volgend jaar komt er extra geld binnen: zo ontvangt de gemeente in 2026 zo’n 960.000 euro extra uit het gemeentefonds. Wethouder financiën Marien Klein laat weten dat Neder-Betuwe financieel sterk genoeg is om tegenvallers op te vangen. “We hebben een gezonde reservepositie, waardoor we een stootje kunnen hebben. Tegelijkertijd hebben we flink de ruimte om te blijven investeren, bijvoorbeeld in de nieuwe school in Kesteren en de rondweg in Opheusden.”
De gemeente stelt een aantal bescheiden bezuinigingen voor, zoals het stoppen met bijdragen aan het Regionaal Stimuleringsfonds. Volgens Klein zijn er echter geen pijnlijke keuzes nodig. “We voeren het overgrote deel van onze ambities gewoon uit, en ook in 2029 presenteren we nog een sluitende begroting met een overschot van ruim drie ton. Dat is geen vanzelfsprekendheid in deze tijd.”
Ook in andere dossiers blijft de gemeente investeren, zoals in schuldhulpverlening, duurzaamheid, participatie en de bouw van het Multifunctioneel Centrum in Dodewaard. Klein: “We blijven doen wat we willen doen, zonder de lasten voor inwoners te verhogen. Dat is het uitgangspunt van deze kadernota.”