HAGESTEIN - Het is 1975. Arie van Zanten, elf jaar oud, wandelt door het dorp Hagestein als hij plotseling wordt aangesproken door twee bekende gezichten: Piet Maton en Aard Kool, beide brandweermannen van het plaatselijke korps. "Zeg Arie," klinkt het uitnodigend, "we gaan de Jeugdbrandweer opzetten. Heb je zin om mee te doen? Het mag van je vader." Dat mag inderdaad, want Arie's vader – wethouder én vrijwillige brandweerman, net als Ome Jan – steunt het initiatief van harte. Als wethouder heeft hij bovendien korte lijnen met burgemeester Van der Gronde, waardoor het plan snel vorm krijgt. En zo, na een rondgang door het dorp en met de nodige overtuigingskracht van Piet en Aard, is enkele weken later de Jeugdbrandweer Hagestein officieel een feit.
Lessen in het gemeentehuis De eerste lessen worden gegeven in het gemeentehuis – want vijftig jaar geleden ging dat allemaal nog net even anders. Geld voor activiteiten werd via-via bij elkaar gesprokkeld, en het enthousiasme was groot. Arie herinnert zich die tijd nog alsof het gisteren was. Met een brede glimlach denkt hij terug aan het allereerste kamp: “Ons eerste kamp was in IJsselstein, samen met jeugdkorpsen uit het hele land. Jeugdleider Aard en Ome Jan sliepen bij ons in de tent. Op een gegeven moment was Aard het geklier zat en bulderde dat iedereen stil moest zijn. Even later vraagt er eentje ineens hardop: ‘Weten jullie waarom een varken twee rijen spenen heeft? Anders krijg je een héél lang varken...’ Zelfs Aard moest lachen – en toen was het natuurlijk weer gedaan met de rust.” Het zijn herinneringen die blijven. Want wat begon als een spontaan initiatief in een klein dorp, groeide uit tot een levenslange passie voor velen.
Prestaties vanaf het begin Er werd vanaf het begin met discipline opgeleid. “Binnen een jaar – eigenlijk best bizar – werden we derde van Nederland tijdens een Jeugdbrandweerwedstrijd,” vervolgt Arie. “In driekwart jaar waren we klaar gestoomd om goed te presteren.” Toch zijn de tijden niet te vergelijken. “Qua materiaal en ontwikkeling is alles veranderd. Vroeger hadden we met het grote korps acht uitrukken per jaar, nu heb je het over zestig uitrukken of meer.”
Van generatie op generatie Na 25 jaar als hoofdjeugdleider gaf Piet Maton het stokje door aan John Wammes. Ook hij komt uit een echte brandweerfamilie: zijn vader Johan was jarenlang brandweerman én jeugdleider. “Natuurlijk komt er een moment dat ik het stokje van hoofdjeugdbrandweer overdraag aan de volgende generatie,” zegt John, “maar voor nu beleef ik er nog te veel plezier aan.” Inmiddels is ook zijn eigen zoon lid van de Jeugdbrandweer. Waar je vroeger werd toegelaten zodra je een brandslang kon optillen en oprollen, gaat daar tegenwoordig een volwaardige opleiding aan vooraf. “We hebben ook de luxe dat we momenteel over maar liefst acht actieve jeugdleiders beschikken, en dat zie je echt terug in de kwaliteit van de groep,” vertelt John “En dat terwijl ik me twee jaar geleden nog afvroeg of we überhaupt nog bestaansrecht hadden met de Jeugdbrandweer...”
Klaar voor de toekomst Toch is de toekomst rooskleurig. De brandweer gaat met zijn tijd mee: tegenwoordig zijn er ook vijf meiden actief binnen het jeugdkorps. Het uiteindelijke doel is dat jeugdleden op hun 18e goed voorbereid kunnen doorstromen naar het grote korps – met kennis, ervaring en vooral: passie.
Jubileumfeest op 12 juli Op zaterdag 12 juli wordt het vijftigjarig bestaan van de Jeugdbrandweer groots gevierd. Tijdens een feestelijke receptie wordt stilgestaan bij het jubileum, samen met huidige en oud-leden. Aansluitend is er een gezellig samenzijn voor de jeugdleden met hun ouders, broertjes en zusjes, én het grote korps met hun gezinnen.