CULEMBORG - In de vroege ochtenden, als het nog schemerde boven de Havendijk in Culemborg, liep Nicoline van de Beek richting haar volkstuin. Ze kon niet binnenblijven. Niet na het overlijden van Ton - haar geliefde, haar levensgezel, de man van verwondering. “Ik moest de wind op mijn huid voelen, lopen, kijken. Niet stilzitten.” In haar tuin vond ze wat geen woorden konden bevatten. Tussen de koude grond, de bomen, het rijp op het gras en het driftige leven onder de bladeren, begon haar rouw zich te spiegelen. In wat groeide. In wat afstierf. Zo is haar boek ‘De tuinvrouw en de dood’ ontstaan. Niet als vooropgezet plan, maar als noodzaak. Een dagboek van vijf jaar, geschreven in de aarde, in seizoenen.
“Op een dag zag ik twee rozenstruiken naast elkaar. Zelfde grond, zelfde zorg. En toch ging die ene dood. Ik dacht: ik heb 28 jaar hetzelfde gegeten als Ton. En toch moest hij gaan. En ik moest leven. Dat zijn zulke rauwe, wonderlijke ervaringen. De natuur gaf me beelden,” aldus Nicoline.
“De natuur leerde me: alles verandert voortdurend. Iedere dag is het licht anders, de wind, de kleuren. Je ziet dingen opkomen, verdwijnen, terugkeren. En toch, hoe troostend dat ook is - het blijft pijnlijk. Als een roos het niet redt, kun je een nieuwe kopen. Maar Ton komt niet terug. Mensen zijn niet te stekken.”
Een boek met drie lijnenHet boek kent drie lagen. De eerste is het chronologische proces van rouw, beschreven aan haar schrijftafel in het tuinhuisje. De tweede zijn de korte, cursief gedrukte observaties die het seizoen markeren: ganzen in de lucht, rijp op het gras, bloeiende narcissen. De derde lijn bestaat uit herinneringen aan het leven met kunsthistoricus Ton van Kempen, vóór zijn ziekte. “Ik wilde dat het niet alleen een zwaar boek zou worden. Want rouw is verbonden aan wat daaraan voorafging: liefde, leven, verwondering. En ook in rouw zijn er lichtpunten,” vertelt ze.
De tuin als spiegelWat opvalt in het boek is hoe vanzelfsprekend Nicoline haar rouw verbindt aan wat ze om zich heen ziet. Een appelboom zonder vruchten verbeeldt haar eigen gevoel van leegte. Een drijvend emmertje op het water staat voor stuurloosheid. “De natuur leerde me: alles verandert voortdurend. Iedere dag is het licht anders, de wind, de kleuren. Je ziet dingen opkomen, verdwijnen, terugkeren. En toch, hoe troostend dat ook is - het blijft pijnlijk. Als een roos het niet redt, kun je een nieuwe kopen. Maar Ton komt niet terug. Mensen zijn niet te stekken.” Toch hield het kijken haar overeind. De observaties gaven taal aan iets wat ze anders niet had kunnen uitspreken.
Een appelboom draagt niet elk jaar vruchten. En dat is oké. Dat komt terug.
Schrijven om te blijven staanDe eerste tekst schreef ze vlak na Ton’s overlijden, aan het tafeltje in de tuin. De vergelijking met een zakje zaad. ‘Eenjarig’ staat daar vaak. “Ik schreef tweeënzestigjarig. Toen ik dat woord zag, schrok ik. Het beeld was zo sterk, zo waarachtig. Ik dacht: morgen maar weer een tekst schrijven.” Aanvankelijk overwoog ze om de teksten als column aan te bieden, maar een vriendin raadde dat af: “Laat het proces van jou blijven.” En zo werd het boek langzaam geboren, tekst voor tekst, seizoen voor seizoen.
Een van de passages die haar het meest dierbaar is staat ook op de boekenlegger in het boek: “Weet je lief / dat jij de aangewezen persoon / zou zijn / om even tegenaan te liggen / om te droeven / hoe erg / ik je mis.”
Niet alleen zwaarLezers denken soms vooraf dat het een zwaar boek is, maar worden verrast door de lichtheid. “Ton is nog overal,” zegt Nicoline. “Niet alleen in de herinneringen, maar ook in de beelden, de taal. Hij dartelt door het boek. En de natuur gaf me steeds hoop. Een appelboom draagt niet elk jaar vruchten. En dat is oké. Dat komt terug.”
Ook in theatervorm Nicoline van de Beek is theatermaakster en auteur. Ze reist met haar voorstellingen door Nederland en België. Ook ‘De tuinvrouw en de dood’ is inmiddels bewerkt tot een theatervoorstelling. Eerder won ze het Solo Festival met een mimevoorstelling die onder andere speelde in Parijs, Avignon, Gent en op vele Nederlandse festivals. In 2014 schreef ze samen met haar man Ton van Kempen het boek ‘Madame Manet – Muziek en kunst in het Parijs van de impressionisten’. In 2017 won ze de NPO 2 schrijfwedstrijd.
Nicoline van de Beek signeert haar boek op 23 en 24 augustus tussen 14.00 en 17.00 uur aan de Havendijk 15, Culemborg. De theatervoorstelling is op vrijdagavond 21 november te zien in De Fransche School.