BUREN - Middenin het pittoreske hart van Buren ligt de Rodeheldenstraat. Wie door deze straat struint, ziet de geschiedenis voorbij trekken: het oudste pand dateert uit 1550, maar er werd tot 1998 nog gebouwd. De naam herinnert aan de rol die Buren speelde tijdens de Tachtigjarige oorlog - maar hoe precies, daarover bestaan verschillende theorieën.
Buren in de 16e eeuwBuren raakte in 1551 verbonden aan de koninklijke familie. Willem de Zwijger trouwde toen met gravin Anna van Egmond-Buren, de dochter van kasteelheer Maximiliaan van Egmond. Het tweetal zou drie kinderen krijgen, waaronder Filips Willem, Prins van Oranje. De jonge prins werd op dertienjarige leeftijd, in 1567, ontvoerd door de Spanjaarden. Hij zou pas dertig jaar later terugkeren naar de zuidelijke Nederlanden.
Bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog in 1568 was Buren dan ook onmiddellijk betrokken. Vooral in de periode 1572 tot 1575 was de Oranjestad een belangrijke strategische vesting binnen de toekomstige Nederlandse Republiek. Het leger van Willem de Zwijger zet grof geschut in van achter de muren van de stad. De Spaanse koning Filip II besluit de stad daarom in 1575 te belegeren.
In opdracht van de koning brengt Gilles van Berlaymont, heer van de Franse burcht Hierges, zevenduizend soldaten, cavalerie en vijftien stuks geschut met zich mee voor de belegering. Binnen de muren van Buren voert Diederick Vijgh het bewind. Maar het verzet faalt. Eind juni weten de Spanjaarden succesvol Buren in te nemen.
De Rode Hel(den)Dat de naam van de Rodeheldenstraat uit de tijd van de bezetting door Spanje stamt, staat buiten kijf. Waarom precies is minder duidelijk. Ten eerste zou er bij de inname van Buren een slachting zijn aangericht in de stad. De straat, die centraal lag en vermoedelijk slagveld was, zou daarom in eerste instantie ‘de Rode Helstraat’ zijn genoemd. Later kwam daar de toevoeging ‘den’ bij.
Een andere verklaring heeft verband met een grote brand die in oktober van dat jaar uitbrak. Buren was toen volledig in handen van Spanje. Volgens het boek
De Betuwe (1965) door R.F.P. de Beaufort en Herma M. van den Berg zou een bejaarde man die ziek was met de pest een kaars hebben omgestoten, waarbij het stro in zijn woning in brand vloog.
Deze catastrofale brand richtte enorme schade aan; naast de stad werd ook een deel van de kerk verwoest, waaronder het graf van graaf Maximiliaan. De naam ‘Rodeheldenstraat’ zou ofwel een verwijzing zijn naar de rode vlammen, ofwel naar de gloed op de gezichten van de brandweerlui die wanhopig probeerden het vuur te doven, aldus
BurenStad.
De stad kwam in 1576 weer in handen van de Nederlanden, rond de ondertekening van de Pacificatie van Gent - een verdrag dat een unie schiep tussen vijftien gewesten van Nederland. De vijftien gewesten spraken af om samen op te trekken tegen Spanje.
Deze rubriek 'Vragen naar de bekende weg' is een initiatief van SRC om lokale geschiedenis toegankelijk te maken en meer verbinding te creëren met de plek waar we wonen. Heeft u zelf een straatnaam waar u nieuwsgierig naar bent? Laat het ons weten via Facebook of
redactie@src.fm.