REGIO - Een ernstige diagnose verandert alles. Voor veel mensen met een aangeboren hartafwijking is het moeilijk om iemand te vinden die écht begrijpt wat ze meemaken. Het project Buddy Matching, onderdeel van het Buddyhuis, koppelt patiënten aan elkaar op basis van hun ervaringen, behoeften en levensfase. Zo ontstaan er verbindingen die verder gaan dan medische kennis alleen.
Van oncologie tot cardiologieHet idee voor Buddy Matching ontstond binnen de oncologie, vertelt Pien Wessels. Inmiddels is het initiatief uitgebreid naar andere specialismen, waaronder de cardiologie.
“Buddy Matching is een systeem waarbij we twee mensen koppelen die zoveel mogelijk overeenkomen,” legt Wessels uit. “Dat kan gaan om leeftijd, geslacht of de thema’s waar ze over willen praten. Het hoeft niet per se dezelfde diagnose te zijn; het gaat erom dat iemand begrijpt wat je doormaakt.” Patiënten vullen een korte vragenlijst in waarin ze aangeven waar ze behoefte aan hebben. Op basis daarvan wordt gezocht naar een passende gesprekspartner. De matching richt zich dus meer op persoonlijke behoefte dan op een exacte medische overeenkomst.
Soms heb je niet iemand nodig die alles medisch weet, maar gewoon iemand die luistert.
Een persoonlijke drijfveerVoor Wessels is het onderwerp niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Ze werd geboren met een subvalvulaire aortastenose, een vernauwing bij de aortaklep van het hart. Op vijftienjarige leeftijd moest ze geopereerd worden. “In het kinderziekenhuis merkte ik dat de zorg vooral was afgestemd op jonge kinderen,” vertelt ze. “Ik voelde me een beetje tussen wal en schip: geen kind meer, maar ook nog geen volwassene. Een buddy die begreep wat ik doormaakte had me toen echt kunnen helpen.” Die ervaring was voor haar de aanleiding om zich in te zetten voor anderen in een vergelijkbare situatie. “Ik wil mensen helpen vanuit mijn eigen ervaring,” zegt ze. “Soms heb je niet iemand nodig die alles medisch weet, maar gewoon iemand die luistert.”
Onderdeel van het BuddyhuisBuddy Matching is een onderdeel van het Buddyhuis, dat samenwerkt met verschillende patiëntenverenigingen en academische ziekenhuizen in Nederland. Wat begon als een kleinschalig initiatief, is inmiddels uitgegroeid tot een landelijk netwerk.
“Het project is begonnen in het LUMC, maar nu doen alle academische ziekenhuizen mee,” zegt Wessels. “Dat betekent dat mensen uit verschillende regio’s aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Hoe groter de groep, hoe beter de matches.” De samenwerking met ziekenhuizen verloopt volgens haar soepel. “Het gebeurt allemaal in overleg met de patiëntenvereniging en de zorginstellingen. Zo blijft het veilig, zorgvuldig en goed ingebed binnen de bestaande zorg.”
Geen wachttijd, wel de juiste klikEen buddy vinden gaat meestal snel, al kan het soms even duren voordat er een geschikte match is. “Er is geen vaste wachttijd,” legt Wessels uit. “Maar het moet natuurlijk wel klikken. Het gaat niet om snelheid, maar om het vinden van iemand die echt bij je past.”
De kracht van het project zit volgens haar juist in dat persoonlijke contact. “Het gaat er niet om dat je precies dezelfde ziekte hebt,” zegt ze. “Het gaat erom dat je elkaar begrijpt. Dat er iemand is die weet wat het betekent om met een aandoening te leven.”
Ook voor ouders van jonge patiëntenNaast cardiologie en oncologie breidt Buddy Matching zich uit naar andere zorggebieden. Zo is er in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) een project opgezet voor ouders van baby’s die op de intensive care of neonatologie liggen. “De kindjes zelf zijn natuurlijk te jong om te praten, maar de ouders kunnen veel steun vinden bij anderen die hetzelfde hebben meegemaakt,” zegt Wessels. “Dat is net zo waardevol.”
Meer informatieMensen die zelf op zoek zijn naar een buddy – of juist een buddy willen worden – kunnen terecht op
www.buddyhuis.nl. Daar staat meer informatie over de verschillende projecten en hoe aanmelden werkt. Ook op de
website van de patiëntenvereniging voor aangeboren hartafwijkingen is een aparte pagina over Buddy Matching te vinden.
“Het belangrijkste,” besluit Wessels, “is dat mensen weten dat we er zijn. Dat ze niet alleen hoeven te zijn in wat ze doormaken.”