REGIO - Terwijl sommige gemeenten in ons uitzendgebied flinke stappen zetten in hun woonwagenbeleid, staan andere nog aan het begin. Uit een inventarisatie van SRC blijkt dat de verschillen tussen gemeenten West Betuwe, Buren, Neder-Betuwe, Culemborg, Tiel en Vijfheerenlanden groot zijn in zowel het beleid, het aantal standplaatsen en toekomstplannen. Zo heeft de gemeente Vijfheerenlanden moeite met het vinden van geschikte locaties voor 26 woonwagenzoekenden, maar heeft de gemeente Culemborg juist nul woonwagenstandplaatsen en ook geen wachtlijst.
Sinds 2018 zijn gemeenten verplicht om actief beleid te voeren voor woonwagens en woonwagenstandplaatsen. Dat komt door het ‘Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid’ van het Rijk. Daarin staat dat gemeenten moeten zorgen dat mensen die in een woonwagen willen wonen, niet worden achtergesteld ten opzichte van andere woningzoekenden. Oftewel, woonwagenbewoners hebben ook recht op een plek.
Elke gemeente moet daarom onderzoeken hoeveel behoefte er is aan woonwagenstandplaatsen en daarvoor beleid maken om die plekken op tijd te realiseren. Ook moet er ruimte geboden worden voor eventuele uitbreiding als er sprake is van structurele schaarste of lange wachttijden.
Er zijn niet veel locaties die voldoen aan wet- en regelgeving
West Betuwe en Vijfheerenlanden lopen vooropWest Betuwe heeft met 53 standplaatsen veruit het grootste aantal woonwagenplekken in de regio. De gemeenteraad stelde in juni een nieuw woonwagen- en standplaatsenbeleid vast. Daarin is opgenomen dat er in de komende jaren ruimte komt voor uitbreiding en dat woonwagenbewoners via een bewonerscommissie betrokken worden bij het beleid.
Er wordt dit najaar onderzocht hoeveel extra woonwagenplekken er in West Betuwe nodig zijn. Het Rijk vindt dat gemeenten binnen een ‘redelijke termijn’ nieuwe standplaatsen moeten aanleggen als daar behoefte aan is. Die termijn is even lang als de gemiddelde wachttijd voor een gewone huurwoning. In West Betuwe is dat nu ongeveer acht jaar. Dat betekent dat de gemeente verplicht is binnen acht jaar nieuwe woonwagenplaatsen te realiseren voor mensen in de wachtlijst. Hoeveel mensen er in deze wachtlijst staan is nog niet duidelijk voor de gemeente.
Onlangs werd duidelijk dat de gemeente West Betuwe woonwagenkamp De Griend
mogelijk toch kan uitbreiden na lang onderzoek. De Griend geldt als een hoofdpijndossier en heeft al meer dan 1,9 miljoen euro gekost voor de gemeente.
Ook Vijfheerenlanden beschikt over een actueel beleidskader, die werd vastgesteld in 2023. De gemeente telt 26 standplaatsen en een even grote wachtlijst. “Er lopen nu meerdere locatie-onderzoeken naar geschikte plekken voor het uitbreiden van het aantal standplaatsen. Hierover zijn we in nauw contact met de woonwagengemeenschap”, laat een woordvoerder van Vijfheerenlanden weten. In november gaat de gemeente in gesprek met woonwagenbewoners over de bevindingen van het onderzoek.
Een knelpunt voor de gemeente Vijfheerenlanden is het gebrek aan geschikte locaties. “Er zijn niet veel locaties die voldoen aan wet- en regelgeving en binnen de redelijke wensen van de toekomstige woonwagenbewoners vallen”, aldus de woordvoerder. Ook voor de gemeente Vijheerenlanden geldt dat zij binnen een aantal jaar de mensen in de wachtlijst een woonwagenplek moeten bieden.
Voorlopig geen uitbreiding
Buren en Culemborg minder problemenDe gemeente Buren heeft veel minder last van woonwagendossiers. In Buren staan momenteel slechts twee woonwagens, daarbij is er geen wachtlijst voor nieuwe woonplekken. De gemeente heeft dan ook geen actueel woonwagenbeleid, maar zegt dat dit in het nieuwe volkshuisvestingsprogramma wordt opgenomen. “Pas dan weten we of we extra standplaatsen willen realiseren”, aldus een woordvoerder.
Bij Culemborg is zelfs geen enkele woonwagenlocatie meer. In de afgelopen jaren is de enige standplaats verdwenen in Culemborg. Over eventuele nieuwe standplaatsen is de gemeente duidelijk. “Er is geen uitbreiding voorzien in Culemborg, in het kader van de huisvesting van bijzondere doelgroepen worden hier in regionaal verband afspraken over gemaakt”, aldus de woordvoerder van gemeente Culemborg. In de praktijk betekent dit dat er voorlopig geen uitbreiding komt.
De gemeente heeft wel beleid voor woonwagens meegenomen en vastgesteld in de woonvisie van 2023. "Daar is ook een visie voor bijzondere doelgroepen opgenomen waar woonwagenbewoners deel van uitmaken", aldus de woordvoerder van de gemeente Culemborg.
Neder-Betuwe werkt aan nieuwe plekkenIn Neder-Betuwe zijn vijf standplaatsen, maar de wachtlijst telt zestien mensen. In 2020 legde de gemeente al een woonwagenbeleid vast. De gemeente onderzoekt op dit moment drie locaties voor uitbreiding: ’t Erf in Dodewaard, Hoogakker in Echteld en de Kastanjelaan in Opheusden.
De gemeente spreekt regelmatig met bewoners over hun wensen. “Met alle woonwagenbewoners zijn gesprekken gevoerd en hun wensen zijn onderzocht. Aan de hand daarvan zijn de plannen verder uitgewerkt. Wij informeren hen periodiek over de voortgang van de plannen”, aldus de woordvoerder van Neder-Betuwe. Wanneer de plaatsen voor de zestien wachtenden worden gerealiseerd is niet duidelijk.
Het zou kunnen helpen dat bepaalde normen, bijvoorbeeld geluidseisen, anders mogen worden beoordeeld
Gemeente TielDe gemeente Tiel wilde helaas geen antwoord geven op de vragen van SRC, gelukkig wilde Kleurrijk Wonen dit wel. “Kleurrijk Wonen heeft binnen Tiel 35 woonwagens met standplaats in eigendom, op 7 locaties binnen de gemeente”, laat een woordvoerder van Kleurrijk Wonen weten. Deze locaties zijn overgedragen in de periode 2016 en 2019. “Op dat moment had de gemeente Tiel in totaal 12 woonwagenlocaties.”
In 2017, toen er landelijk veel te doen was over het woonwagenbeleid bij alle gemeenten, vertelde de gemeente Tiel het volgende aan
Omroep Gelderland: “De gemeente Tiel laat weten dat, in tegenstelling tot wellicht andere gemeenten, zij bewust hebben gekozen voor het behoud van een kwalitatief goede sociale kernvoorraad van 35 huurstandplaatsen met huurwoonwagens.”
Meer steun vanuit het Rijk gewenstEen aantal gemeenten geeft aan dat het woonwagenbeleid financieel en praktisch complex is. Vooral de stijgende kosten en de beperkte ruimte maken uitbreiding lastig. West Betuwe, Culemborg en Vijfheerenlanden pleiten voor financiële steun. “Net zoals bij het realiseren van betaalbare woningen, is bij de aanleg van woonwagenstandplaatsen financiële ondersteuning vanuit andere overheden gewenst”, vertelt de woordvoerder van West Betuwe.
Ook zouden maatwerkregels vanuit het Rijk helpen. “Het zou kunnen helpen dat bepaalde normen, bijvoorbeeld geluidseisen, anders mogen worden beoordeeld wanneer het om een woonwagenlocatie gaat”, aldus de woordvoerder van Vijfheerenlanden. Vaak worden woonwagens in alle regelgeving gelijkgesteld aan gewone woningen. “Maar zowel de bewoners als het type woning verschillen hiervan. Daarvoor is soms maatwerk nodig om het wel mogelijk te maken.”
Het is duidelijk dat de uitvoering van het woonwagenbeleid in de regio nog volop in ontwikkeling is. Terwijl sommige gemeenten al concrete stappen zetten en investeren in uitbreiding, worstelen anderen nog met de basis: het opstellen van beleid en het vinden van geschikte locaties. De komende jaren moet blijken of de landelijke verplichting om woonwagenbewoners gelijke kansen te bieden ook echt tot nieuwe standplaatsen leidt.