WEST BETUWE - De bouw van een nieuwe sportvoorziening in Geldermalsen komt weer een stap dichterbij. Uit een onderzoek blijkt dat De Randhorst de meest geschikte plek is voor een nieuw complex met zwembad en sporthal. Het college van burgemeester en wethouders neemt dat advies over, maar het definitieve besluit tot bouw is er nog lang niet in dit nogal dure hoofdpijndossier.
Als eerste moet worden gekozen uit meerdere bouwscenario’s en moet duidelijk worden welke locatie het meest geschikt is, daarna moeten de plannen nog gespecificeerd worden. Over die eerste twee dingen zal de gemeenteraad zich begin 2026 buigen. Maar als grootste knelpunt moet de gemeenteraad uiteindelijk ook een flink bedrag per jaar apart gaan zetten voor de bouw. Want één ding uit het onderzoek is duidelijk: de komst van een gezamenlijke sportvoorziening gaat minstens 30 miljoen euro kosten.
Sportcomplexen al lange tijd een probleem Zwembad Het Wiel en sporthal De Randhorst, beide gelegen in Geldermalsen, zijn al jaren onderwerp van gesprek in de gemeenteraad. Het zijn beide verouderde sportaccommodaties en het liefst wil de gemeente een geheel nieuw sportcomplex dat een zwembad en sporthal combineert. Daarom heeft de gemeenteraad op 29 oktober 2024 het college van burgemeester en wethouders verzocht om zo spoedig mogelijk te starten met een onderzoek naar nieuwbouw.
Maar omdat het zwembad en de sporthal dringend aan renovatie toe waren hebben de gemeenteraad en het college tegelijkertijd de exploitatieovereenkomst met Laco voor zwembad Het Wiel en sporthal De Randhorst in Geldermalsen met maximaal 10 jaar verlengd. “Dit betekent dat inwoners hier voorlopig kunnen blijven sporten en zwemmen, terwijl de gemeente werkt aan een definitief plan voor renovatie of nieuwbouw”, liet de gemeente West Betuwe toen weten.
Wat ze er niet bij vertelden is dat hierdoor de kosten weer flink oplopen. De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage stijgt van ruim € 113.000 naar ongeveer € 564.000 per jaar vanaf 2025. Daarbovenop investeerde de gemeente eenmalig € 1,75 miljoen in onderhoud en renovatie van het zwembad: onder meer voor het dak, de installaties en het sanitair. En als kers op de taart investeerde ze € 900.000 voor de sporthal, onder andere voor een nieuwe vloer en technische verbeteringen.
Drie scenario’s voor nieuw zwembad Naast het renoveren en het verlengen van de exploitatieovereenkomst wil de gemeente dus uiteindelijk toe naar een geheel nieuw complex. De locatie De Randhorst, waar de sporthal nu ook staat, scoort in het onderzoek het hoogst op bezoekerspotentie, bereikbaarheid voor scholen en verenigingen en mogelijkheden voor samenwerking met andere sport- en zorgaanbieders. Andere onderzochte locaties, zoals de Boutensteinseweg, vallen af omdat ze minder goed voldoen aan deze criteria. Het gebied kent bovendien twee percelen die groot genoeg zijn om de nieuwe sportvoorziening te kunnen huisvesten: één in eigendom van de gemeente en één van Sportfondsen.
Daarbij heeft Synarchis drie mogelijke varianten uitgewerkt voor de nieuwe zwemvoorziening met sporthal. Als eerste optie is er een functioneel zwembad met wedstrijdbad, een doelgroepenbad, een kleine wellness en een sporthal. Bij optie twee komt er een recreatiebad en een glijbaan bij en met optie drie komt er ook nog een buitenspeelplek en een ligweide. “Het onderzoek geeft aan dat optie één de meest passende zwemvoorziening is voor de gemeente West Betuwe”, valt te lezen in de informatienota. Volgens het onderzoek is er te weinig vraag om een groot recreatief bad rendabel te maken.
Nieuwe sporthal De nieuwe accommodatie moet ook een sporthal bevatten ter vervanging van de huidige Randhorst. Die hal ligt in de bestaande sportzone en wordt intensief gebruikt door onder meer volleybalvereniging GO’97, korfbalclub CKV Animo en HC Geldermalsen. De nieuwbouw komt waarschijnlijk op of direct naast het terrein van de huidige sporthal, maar dat wordt later bepaald. Pas na vaststelling van de locatie bekijkt de gemeente of de bestaande hal tijdelijk kan blijven staan of wordt gesloopt.
Financieel plaatje De investeringskosten voor de nieuwe voorziening liggen tussen 30,9 (eerste scenario) en 35,7 (tweede scenario) miljoen euro. Als de gemeente uiteindelijk gaat voor scenario één dan moeten zij jaarlijks 1,36 miljoen euro apart leggen. Een flinke investering dus. Als de gemeenteraad door wil gaan met het onderzoek en uiteindelijk met de komst van het nieuwe sportcomplex, dan zullen de raadsleden moeten nadenken over wie de eigenaar wordt van dit nieuwe gebouw. Want als de gemeente dit moet doen zal het extra kosten met zich meebrengen. Daarnaast moet er ook nog gekeken worden naar de overgang van de ‘oude’ complexen naar de nieuwe.
Volgende stap: besluit in 2026 Er zijn dus nogal wat beren op de weg. Hoe de gemeenteraad hier tegenaankijkt zal 28 oktober blijken tijdens de raadsvergadering. Uiteindelijk zal de gemeenteraad begin 2026 een besluit nemen over de definitieve locatie van de nieuwe sportvoorziening en wordt één van de drie scenario’s gekozen. Dat scenario wordt daarna verder uitgewerkt.