VIANEN - De veertienjarige Kwin Oldewarris uit Vianen leeft voor zijn sport en heeft zelfs
een eigen website. Waar het ooit begon met wat sprongen op de trampoline bij zijn oma in de wijk, is het nu uitgegroeid tot een serieuze sportcarrière. Hij vertrekt eerst naar Tsjechië voor een internationaal toernooi en later dit jaar naar Pamplona voor het Jeugd-Wereldkampioenschap trampolinespringen. Volgend jaar wacht het EK in Portugal.
Van oma’s trampoline naar TeamNL“Het begon eigenlijk bij oma”, vertelt Kwin met een brede glimlach. “Ik sprong gewoon wat in de tuin, totdat ik mama vroeg of ik dit als sport mocht proberen. Toen dacht ze nog: is dat eigenlijk wel een sport?” Maar dat bleek het zeker. Na wat zoekwerk kwam het gezin terecht bij een vereniging in Den Bosch – de dichtstbijzijnde plek waar trampolinespringen op niveau wordt aangeboden.
Sindsdien traint Kwin gemiddeld twaalf uur per week bij zijn club Flik-Flak in Den Bosch. Daar bereidt hij zich voor op internationale wedstrijden met sprongen die tot acht meter hoog gaan. “Het lijkt een beetje op turnen”, legt hij uit. “Alleen doen wij alles op een trampoline in plaats van op de vloer of de ringen. Je moet echt lef hebben en vooral blijven experimenteren met sprongen. Soms zegt mijn trainer: ‘Doe eens gek, Kwin’. Dan blijf je roteren en twisten tot je niet meer kunt.”
Naar Tsjechië, Pamplona en PortugalDe jonge atleet mag de komende maanden meedoen aan meerdere internationale wedstrijden. “Eerst gaan we met de club naar Tsjechië”, vertelt hij. “Daarna met TeamNL naar Pamplona voor het WK, en volgend jaar naar het EK in Portugal.” Voor Kwin is dat een droom die uitkomt. “Op zo’n toernooi moet je gewoon goed presteren, geconcentreerd blijven en lekker jezelf zijn. En natuurlijk leer je er nieuwe mensen kennen uit andere landen – dat vind ik ook heel leuk. Iedereen traint anders, dus je leert veel van elkaar.”
Zijn moeder Marieke Oldewarris volgt het allemaal vol trots: “Het belangrijkste is dat hij er zóveel plezier in heeft. We rijden vaak van Vianen naar Den Bosch, en dat is soms best pittig, maar als je ziet hoe gelukkig hij is zodra hij op de trampoline staat, dan heb je dat er graag voor over.”
Grote ambities, kleine sportTrampolinespringen is in Nederland nog een kleine sport. “Er doen misschien zo’n driehonderd mensen aan mee”, schat Kwin. “In Den Bosch trainen we met ongeveer vijftig sporters, waarvan twintig op topsportniveau.” Omdat de sport nog niet erkend wordt als officiële topsporttak binnen de KNGU, is er geen financiële ondersteuning.
De internationale reizen betaalt het gezin grotendeels uit eigen zak. “We hebben gelukkig een sponsor, Find Forward Flow, die een kwart van de internationale kosten dekt”, legt Marieke uit. “Maar voor de rest moeten we zelf op zoek naar steun. Sponsors zijn dus meer dan welkom.”
Toekomstplannen en dromenKwin kijkt ondertussen al vooruit. “Over tien jaar hoop ik dat ik op de Olympische Spelen van Los Angeles heb gestaan”, zegt hij ambitieus. “Ik wil doorgaan zolang mijn lichaam het volhoudt.”
Zijn moeder ziet zijn vastberadenheid met bewondering. “Ik ben niet bang dat hij valt of zich blesseert. Hij is flexibel en weet wat hij doet. Natuurlijk gun je hem dat elke oefening goed gaat, maar het belangrijkste is dat hij geniet.” Kwin vat het zelf misschien nog het best samen: “Vallen hoort erbij, maar het mooiste is om weer op te staan – en dan nóg hoger te springen.”